samen anders

Rotselaar is een dorp in verandering. Onze gemeente groeit. Met die groei komen er ook nieuwe uitdagingen. Er leven in ons dorp steeds meer ouderen, meer alleenstaanden, meer alleenstaande ouders, meer mensen met een beperkte mobiliteit, meer mensen die het Nederlands niet als moedertaal hebben en meer mensen met financiële of psychische moeilijkheden.

Door deze veranderingen staat de samenhang van ons dorp onder druk. anders wil van Rotselaar een nog warmer en inclusiever dorp maken. Een dorp waar iedereen de nodige ondersteuning krijgt, en waar iedereen zich welkom voelt. Dit gaat niet vanzelf. De gemeente moet vandaag actie nemen om die toekomst veilig te stellen.

Het aanbod van de gemeente is sterk gericht op gezinnen met twee inkomens. De modelburgers zijn de inwoners die anderen leren kennen via verenigingen, via de school van hun kinderen of via evenementen. Er zijn echter steeds meer mensen die zich niet aansluiten bij een vereniging omdat ze de mogelijkheden niet hebben, zich niet kunnen engageren voor vaste momenten of niet mobiel genoeg zijn. Als gemeente moeten we actie ondernemen om deze mensen ook te bereiken. Want we willen een warme gemeente zonder eenzaamheid.

Wat stelt anders concreet voor? 

Een veranderende samenstelling van de bevolking vraagt om nieuwe vormen van ontmoeten. Dat ontmoeten organiseren we daar waar de mensen leven, bv. in hun eigen buurt. Uit de burgerbevraging 'de 31' van anders blijkt dat burgers meer zitbanken en groene ontmoetingsplekken willen, meer sportveldjes en toestellen om te bewegen. Ze willen ook mee kunnen beslissen hoe hun buurt eruitziet, want elke groep inwoners heeft eigen dromen en voorkeuren.

Meer kinderen op straat. Kinderen die spelen op straat, dat maakt een dorp tot een dorp. We maken in elke deelgemeente - in samenspraak met de inwoners - minstens één permanente speelstraat in een woonzone, waar kinderen veilig kunnen spelen en het verkeer stapvoets verloopt. Deze straten worden ontworpen vanuit de leefwereld van een 10-jarige, zodat ze uitnodigend en veilig zijn voor alle leden van ons dorp. Want wat goed is voor een 10-jarige, is goed voor iedereen.

We zoeken en begeleiden buurtmakers. Dat zijn vrijwilligers die zich inzetten voor hun buurt. Ze verwelkomen nieuwe inwoners en laten hen kennismaken met de buurt en al wat er te beleven valt.

We bouwen een buurtapp waar inwoners vragen kunnen stellen en hulp aanbieden. Zo kunnen mensen die bijvoorbeeld net een operatie hebben ondergaan ondersteuning vragen bij het winkelen en minder mobiele mensen kunnen hulp vragen bij klussen.

Bij anders dromen we ervan dat oudere mensen langer in hun eigen buurt kunnen blijven wonen door een goed functionerend buurtnetwerk. Daarbij zijn de buurtmakers de ogen en de oren van de gemeente. Zij kunnen rekenen op een gepaste ondersteuning van de medewerkers van de gemeente.

We maken buurtcentra van onze parochiezalen. Onze parochiezalen worden al jaren met veel liefde beheerd door vrijwilligers. Maar veel van die mensen worden een dagje ouder. Bij een aantal parochiezalen wordt het beheer op een heel mooie manier overgedragen. Bij andere blijkt het niet zo evident om ‘opvolgers’ te vinden.

anders wil van die parochiezalen buurtcentra maken. Het beheer van die zalen houden we bij de lokale gemeenschap, maar de gemeente geeft extra ondersteuning bij grotere uitdagingen (bv. subsidies aanvragen voor vernieuwingswerken). Zo blijven deze ruimtes ook op lange termijn een ontmoetingsplek voor vriendengroepen, verenigingen, buurtcomités, zelfstandigen en scholen.

Een stevige verankering in de buurt is cruciaal. Daarom betrekken we lokale handelaars bij de catering. We onderzoeken of er in deze buurtcentra plaats is voor een sociale kruidenier en voor een verkoop- of ophaalpunt voor lokaal geteelde landbouwproducten.

anders wil dat ouderen zich thuis blijven voelen in ons dorp. De groep 60-plussers in ons dorp groeit. Deze groep is zeer divers. Sommige zestigers hebben nood aan ondersteuning, terwijl sommige tachtigers nog gezwind zelfstandig door het leven gaan. Onze gemeente moet zich daarom voorbereiden op de groei en het bestaande aanbod uitbreiden en nieuw aanbod creëren.

Als anders bestuurt:

• breiden we de activiteiten van het lokaal dienstencentrum verder uit naar alle deelgemeenten. We ondersteunen preventieve gezondheidsprogramma's zoals 'Stop darmkanker', breiden de thuiszorgdiensten en de ondersteuning van mantelzorgers uit.
• richten we in Wezemaal een dagcentrum in. Ouderen kunnen er overdag terecht voor activiteiten, contacten en professionele zorg. Dat is niet alleen in het belang van ouderen maar ook van mantelzorgers die zo even op adem kunnen komen.
• ondernemen we actie om in gesprek te gaan met de directie van de woonzorgcentra. De rusthuisfacturen in onze gemeente zijn immers erg hoog. In Vlaanderen betaal je voor een rusthuis gemiddeld € 2.134 per maand. In de Wyngaert is dat € 2.338 (+10%) en in De Lelie € 2.868 (+34%) (cijfers Vlaamse overheid, 2023).

Bijna de helft van de mensen die financiële hulp nodig heeft, krijgt die hulp niet. Dat blijkt uit nationaal onderzoek. Een OCMW dat wacht tot mensen zelf de stap zetten naar hulp is dan ook niet meer van deze tijd. De deelnemers aan de burgerbevraging 'de 31' van anders zien het actief opzoeken van mensen in kwetsbare situaties als één van de belangrijkste oplossingen voor armoede.

• De hulpverleners van het OCMW gaan het terrein op. De gemeente doet minder aan ‘bureaudenken’, en meer aan 'denken vanop het terrein’. Dat wil zeggen dat de gemeente actief aanwezig is op plekken waar kwetsbare burgers wonen of samenkomen. Dat kan in buurten, scholen, rusthuizen of op evenementen.
• Via vrijwilligers wordt snel hulp geboden. We zoeken 'signaalgevers', zoals caféhouders, onderwijspersoneel, apothekers, dokters, vrijwilligers van sportclubs en jeugdverenigingen. Zij geven signalen door aan de gemeente over mensen die het moeilijk hebben, uiteraard in samenspraak met de betrokkene. Als een 'signaalgever' spreekt met een persoon met betaalmoeilijkheden, kan de 'signaalgever' aanbieden contact op te nemen met het OCMW. Het OCMW geeft vervolgens, zonder extra papierwerk, een eerste financiële hulp.

• We kennen rechten automatisch toe. Als het duidelijk is dat iemand recht heeft op een bepaalde ondersteuning, kennen we die automatisch toe. Zo willen we mensen die door de Vlaamse overheid erkend zijn als persoon met een beperking, automatisch aanvullende tegemoetkomingen toekennen, zonder extra voorwaarden.
• We schrijven burgers aan.Het OCMW maakt gebruik van databanken die federaal en Vlaams beschikbaar zijn om hulpbehoevenden (bv. mensen op een wachtlijst voor sociale huisvesting) actief op te zoeken. Er kan dan hulp aangeboden worden nog voor ze in grotere problemen verzeild geraken.

  Armoede put mensen uit. Ik ijver voor een gemeente die niet afwacht, maar zelf de stap zet naar inwoners in nood.

  

Fuiven organiseren in eigen dorp is voor onze jongeren bijna onmogelijk geworden. Te strakke regels en het gebrek aan een goede fuifzaal zijn de ‘sfeerspons’, om het in hun woorden te zeggen.

anders wil dat jonge (en minder jonge) mensen terug in eigen dorp hun fuiven kunnen organiseren. Niet in een betonnen bunker, maar in een sfeervolle zaal met de nodige technische voorzieningen. Met goede afspraken en goede locaties maken we fuiven terug mogelijk tot een later uur, zonder overlast.

Rock Werchter is een feest en moet dat blijven. Voor festivalbezoekers, verenigingen, omwonenden en handelaars.

Als anders bestuurt

• bevragen we de inwoners van Werchter en lokale verenigingen hoe het festivalgebeuren beter kan.
• moeten alle inwoners met burenkorting naar het festival kunnen gaan. We verhogen de verbinding met lokale verenigingen en geven hun voorrang bij de verdeling van taken op de wei. We maken afspraken met de festivalorganisator om hun vergoedingen te indexeren. 
• compenseren we lokale handelaars voor verliezen door het festival. 
• Onderzoeken we of een permanente tent op de wei van Werchter mogelijk is. Inwoners en verenigingen kunnen dit gebruiken voor dorpsevenementen.

We zorgen dat onze kinderen les volgen en opgevangen worden in fijne en gezonde lokalen. Er is de voorbije jaren goed werk verricht op vlak van onderwijsbeleid. Infrastructuur blijft jammer genoeg een pijnpunt. Er wordt nog altijd te veel vanuit ‘projectjes’ gewerkt en niet vanuit een visie op lange termijn. 

Als anders bestuurt,

• vernieuwen we het schoolgebouw van Gemeentelijke Basisschool Heikant. Dat is dringend aan renovatie toe.
• investeren we verder in kwaliteitsvolle gemeentelijke scholen. Een goede zorg van de kinderen en het welzijn en goede professionele ondersteuning van directie en leerkrachten staan centraal. We ondersteunen de lerarenteams in het uitwerken van projecten rond leerlingenparticipatie en ouderbetrokkenheid.
• kunnen grote ruimtes in schoolgebouwen (turnzaal, eetzaal) in weekends ook door inwoners worden gebruikt/gehuurd. 
• bouwen we een bijkomende kinderopvang van ‘De Hummeltjes’ in Werchter. Dat kinderdagverblijf (0 tot 3 jaar) in Wezemaal levert prima werk, maar heeft een te beperkte capaciteit.

De vele verenigingen zijn een motor van verbinding in onze gemeente. Honderden vrijwilligers zetten zich dagelijks in. We ondersteunen hen maximaal: bij hun werking, hun gebouw en de evenementen die ze organiseren. 

Als anders bestuurt

• indexeren we jaarlijks de werkingssubsidies van verenigingen. Voor de investeringssubsidies vertrekken we van de reële noden en niet van een vast jaarlijks budget. De voorbije jaren ging 66% van alle infrastructuursubsidies naar één vereniging (zie lager voor de concrete cijfers). We organiseren dat eerlijker. Momenteel weten verenigingen niet op hoeveel financiële steun ze kunnen rekenen wanneer ze infrastructuurwerken plannen. De steun hangt af van het aantal aanvragen dat er dat jaar wordt ingediend. Die werkwijze sturen we bij.
• tekenen we met adviesraden een toekomstplan voor infrastructuur uit. We gaan na of de gemeente op termijn niet beter eigenaar wordt van bepaalde infrastructuur.
• benutten we de technische kennis van gemeentelijke experts voor ondersteuning van verenigingen. Dat kan gaan over het geven van advies bij infrastructuurwerken of bij het aanvragen van subsidies. De gemeente moet daarin een actievere rol spelen. Op die manier kunnen vrijwilligers zich meer focussen op hun leden en activiteiten. Omdat de taken van vrijwilligers vandaag heel wat complexer zijn geworden, moet de gemeente ook opleidingen voorzien die vrijwilligers helpen om het vrijwilligerswerk fijn te houden én toch in orde te zijn met alle regelgeving en andere verplichtingen.